Het gebruikelijk loon voor directeur grootaandeelhouders (dga’s) is voor 2021 gestegen naar € 47.000,-. In 2020 was dit € 46.000,-, in 2019 € 45.000,-. Het gebruikelijk loon stijgt voor het tweede jaar op rij.
Voor wie geldt dit?
Het gebruikelijk loon geldt voor iedereen die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en daar ook werkzaamheden in verricht. Je moet als dga een salaris opnemen dat gebruikelijk is voor de werkzaamheden die je verricht. Als richtlijn wordt voor 2021 € 47.000,- aan gehouden. Een lager loon hanteren is mogelijk. Je moet dit lagere loon wel aannemelijk kunnen maken met bijvoorbeeld voorbeelden van vacatures of andere gegevens uit de arbeidsmarkt.
Om te beoordelen of het loon van de dga gebruikelijk is, kijkt de Belastingdienst ook naar het salaris van een werknemer in loondienst bij de B.V. (holding en/of werkmaatschappij) zonder een aanmerkelijk belang. Is het loon van die werknemer hoger dan € 47.000,-? Dan moet je als dga je salaris vaststellen op datzelfde loon. Daarnaast kan de Belastingdienst kijken naar wat iemand verdient in de meest vergelijkbare dienstbetrekking, waar dan ook, en 75% daarvan als loon hanteren. Het gebruikelijk loon dient in feite minstens gelijk te zijn aan het hoogste bedrag.
Waarom hanteert de belastingdienst een gebruikelijk loon?
De Belastingdienst hanteert een gebruikelijk loon om te voorkomen dat dga’s zichzelf een laag salaris zouden uitkeren, en het overige deel van de winst uitkeren door middel van dividend. Dividend uitkeren is bij grotere bedragen over het algemeen voordeliger. Door een gebruikelijk loon te hanteren voorkomt de Belastingdienst dat ondernemingen van dga’s meer winst behalen, waardoor een grotere dividenduitkering mogelijk zou zijn.
Heeft u vragen over het wel of niet uitkeren van dividend? Wij helpen u graag!